Terugverdientijd Zonnepanelen
Toegevoegd op Sep 5, 2023
Terugverdientijd versus LCoE
Demeyere stelde een simulatiemodel samen om zijn bewering te staven. Het model gaat uit van een aankoop van 16 zonnepanelen met een vermogen per paneel van 415 wattpiek (Wp) en een prijs van 1,55 euro per Wp. Dat brengt de totale aankoopprijs op 10.292 euro inclusief btw. De berekening gaat ook uit van een cost of money van 5 procent, het financiële rendement dat verloren gaat omdat het geld in zonnepanelen wordt geïnvesteerd en niet wordt belegd.
Voorts wordt rekening gehouden met een opbrengstdegradatie van 0,4 procent per jaar en een inflatie van 4 procent. De investering wordt afgeschreven over een periode van 25 jaar. In jaar 13 worden de omvormers vervangen, wat extra kosten van 10 procent meebrengt.
Op basis van die gegevens vertrekken we in 2023 met een LCoE van 0,121 euro per kWh. In vergelijking met de gemiddelde prijs van 0,39 euro voor netstroom leveren zonnepanelen elektriciteit die drie keer goedkoper is. Doorheen de jaren blijft de LCoE bijna constant. In 2048 zullen de kosten per kWh lichtjes gestegen zijn, onder andere door de geleidelijke afname van de productie van de zonnepanelen. Maar een zelf geproduceerde kWh kost ook dan maar 0,133 euro. Op basis van de prognoses kost een kWh die van het net wordt gehaald tegen dan 0,48 euro.
Twee variabelen kunnen de LCoE beïnvloeden. De vollasturen, het aantal uren per jaar dat een zonnepaneelinstallatie op volle capaciteit produceert - in België gemiddeld 885. En de intrestvoet - hoe lager die is, hoe lager de kosten per geproduceerde kWh.
Doen we de simulatie zonder rekening te houden met het misgelopen rendement op het geld dat naar de zonnepanelen ging, dan is de kostprijs van de zelf opgewekte elektriciteit drastisch lager dan de stroom die van het net wordt gehaald. In 2023 is dat 0,07 euro per kWh en in 2048 0,077 euro, tegenover 0,39 en 0,48 euro.