Vragen
Kan windenergie een substantieel aandeel leveren in onze elektriciteitsbehoefte?
Het Europees Windenergie Agentschap heeft berekend dat het mogelijk is om tegen 2030 ongeveer 23% van onze elektriciteit uit windenergie te halen. Vlaanderen heeft zich als doel gesteld om tegen 2010 6% van zijn elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te halen. Op korte termijn zal een aanzienlijk gedeelte daarvan uit windenergie moeten gehaald worden. Windenergie op land zal hieraan met naar schatting minimaal 900 GWh kunnen bijdragen. Eind 2006 was er een vermogen van 260 GWh geïnstalleerd. Wind op land kan in combinatie met windprojecten op zee voor een aanzienlijke bijdrage in onze elektriciteitsproductie zorgen.
Zijn windturbines vaak stuk en daardoor onbeschikbaar?
Op zee functioneert 70 % van het totale windvermogen naar behoren en dit ondanks de zeer moeilijke omgevingsfactoren, zoals windsnelheden tot orkaankracht, golfhoogtes tot 10m en meer, wisselende en extreme weersomstandigheden, enz. Op het land, waar de weersomstandigheden minder extreem zijn, zijn windturbines veel minder defect. Fabrikanten garanderen in ’t algemeen de beschikbaarheid van hun turbine met meer dan 96 %. Volgens ir. Henk Hutting (Winwind bv, Terneuzen) was de gemiddelde beschikbaarheid van windturbines in 2004 98 %.
Is windenergie rendabel?
Moderne windmolens produceren al energie vanaf windkracht 2 tot 3. Ze schakelen uit veiligheidsoverwegingen uit wanneer het 5 seconden lang waait met windkracht 10. Is het vervolgens weer even minder dan 20m/s (windkracht 8) dan worden ze automatisch weer opgestart . Het vermogen dat ze kunnen produceren, is daardoor aanzienlijk gestegen. De hoeveelheid primaire energie, die nodig is om een windturbine te fabriceren, plaatsen, onderhouden en na 20 jaar te verwijderen, wordt door de windturbine teruggewonnen uit de wind van één winter. En doordat windturbines steeds efficiënter worden, wordt deze terugverdientijd nog steeds korter. De kosten voor het produceren van windenergie dalen en deze trend zal zich de komende jaren doorzetten.
Draagt windenergie substantieel bij aan een beter milieu?
900 GWh extra windenergie uit windturbines op land zal een besparing van 0,7 miljoen ton CO2 per jaar opleveren. En daarnaast ook nog 175 ton SO2 en 350 ton NOx per jaar. De vermindering van externe kosten (kosten door broeikaseffect, grondstoffenverbruik, volksgezondheid, aantasting gebouwen, enz…) hierdoor wordt geraamd worden op 32 miljoen euro per jaar. Iedere vervuilende kWh die niet opgewekt dient te worden, verbetert het lokale en wereldwijde klimaat. Bovendien zijn fossiele brandstoffen eindig en maken ons afhankelijk van landen met een onstabiele politiek. De oorlogen, die gevoerd wordt met fossiele brandstofreserves als inzet, zijn milieurampen op zich. Alle onderdelen van een windturbine zijn recycleerbaar. Enkel de rotorbladen, die meestal uit glasvezel bestaan, kunnen enkel voor laagwaardige toepassingen, zoals paaltjes of hulpstof in beton gerecycleerd worden.
Zorgen windturbines voor geluidsoverlast?
Uit onderzoek is gebleken dat omwonenden zich vooral over veiligheidsaspecten en mogelijke geluidshinder van windturbines zorgen maken. Windturbines produceren 2 soorten geluid : de rotorbladen maakt een zoevend geluid en de generator en tandwielkast zijn ook hoorbaar. Bij de moderne windturbines zorgt een lager toerental, zorgvuldig design van de rotorbladen en het weglaten van de tandwielkast en geluidsisolatie van de generator dat geluidemissies beperkt wordt. De bronsterkte (d.w.z. het geluidsniveau vanuit een denkbeeldig punt in het midden van de turbine) bedraagt bij een moderne windturbine zo’n 96 dB(A). Dit geluidsniveau is lager dan dat van een gemiddelde vrachtwagen. Algemeen wordt aangenomen dat op een afstand van 250 tot 300 m van de turbine er vrijwel geen geluidshinder meer optreedt. Geluidshinder ‘s nachts (dit komt meer voor) kan men voorkomen door het toerental van de rotorbladen te begrenzen tot de juiste geluidsgrenswaarde. Men kan ook door voortdurend de stand van de wieken te veranderen, het geluid nog doen afnemen. Het type turbine is ook sterk bepalend.
Veroorzaken windturbines hinder door slagschaduw?
Wanneer de zon schijnt en laag staat, zoals in de winter het geval is, kunnen draaiende wieken van windturbines hinder veroorzaken door hun bewegende schaduw, slagschaduw genaamd en door wisselende lichtreflecties. Er bestaat internationaal gangbare software om slagschaduwcontouren te berekenen. Bij de beoordeling van slagschaduw wordt een maximum van 30 uur effectieve slagschaduw per jaar binnen een bewoonde woning aanvaardbaar geacht. Een juiste oriëntatie van de windturbine t.o.v. woningen is voldoende om dit probleem te voorkomen. Sommige windturbines worden d.m.v. een slagschaduwsensor stilgezet op momenten dat de meeste slagschaduw optreedt. Moderne windturbines zijn ook behandeld met een antireflecterende laag, waardoor hinder door lichtreflecties wordt uitgesloten.
Doden windturbines veel vogels?
Door jarenlange observaties in Denemarken is men tot de conclusie gekomen dat er ongeveer 6 vogels per jaar per windturbine gedood worden. In vergelijking met het aantal vogelslachtoffers dat valt door jacht – 1,5 miljoen, door hoogspanningsleidingen – 1 miljoen en door het verkeer – 2 miljoen, is dit miniem. Uit wetenschappelijke studies is gebleken dat windturbines wel een probleem voor vogels kunnen stellen in gebieden met grote vogelconcentraties en in gebieden waar zich veel vliegbewegingen op lage hoogte voordoen. Het Instituut voor Natuurbehoud heeft ondertussen een vogelatlas opgemaakt, die als een indicatie kan dienen dat de inplanting van windturbines in een bepaald gebied voor problemen kan zorgen voor vogels.
Zijn windturbines onveilig?
Veel mensen en dan voornamelijk omwonenden maken zich zorgen over de veiligheid van windturbines. Windturbines hebben ontegensprekelijk een impact op hun omgeving. Er is inmiddels echter veel ervaring en kennis opgebouwd omtrent windturbines. Effecten op de directe omgeving kunnen inmiddels vrij nauwkeurig voorspeld worden. Aan de veiligheidsaspecten van windmolens wordt er door specialisten systematisch gewerkt, zodanig dat windmolens steeds minder hinderlijk en steeds veiliger worden. De moderne windturbines zijn uitgerust met verschillende veiligheidssystemen. Er zijn ook minimum afstandregels t.o.v. woongebieden, snelwegen, spoorlijnen, potentieel gevaarlijke industriële installaties. Het risico voor wie in de nabijheid van een windturbine woont, is dan ook niet groter dan het risico dat men loopt, wanneer men in de nabijheid van een aardgascentrale, kerncentrale, vlieghaven, drukke verkeersweg, spoorlijn of industrie woont.
Is er in Vlaanderen onvoldoende ruimte voor windturbines op land?
Vlaanderen is zeer dichtbevolkt. De beschikbare restruimte wordt dan ook door verschillende sectoren geclaimd. Windturbines hebben echter maar weinig ruimtebeslag. Natuurlijk dienen er ook afstandsregels in acht genomen te worden. Maar de tussenliggende ruimte kan ook benut worden voor andere functies, zoals landbouw, waterwinning. In de recentste omzendbrief van de Vlaamse regering (EME/2006/01-RO/2006/02) met betrekking tot windenergie is men het er over eens dat er in Vlaanderen nog 450 MW bijkomend vermogen aan windturbines op land mogelijk is. Windparken op zee of offshore windparken, buiten de 12-mijlszone, hebben een veel grotere opbrengst dan windmolens op land. Doch deze enorme projecten hebben ook technisch heel wat voeten in de zee. Het is ook niet evident om stroom van ver op zee aan land te brengen.
Is zon een betere duurzame energiebron dan wind?
In de toekomst wordt inderdaad veel van zonne-energie als duurzame energiebron verwacht. Bovendien hebben zonnepanelen veel minder impact op het landschap. Momenteel is echter de tijd, die nodig is om input aan energie die nodig was voor fabricage, onderhoud en sloop van fotovoltaïsche zonnepanelen terug te verdienen, nog zo’n 4 jaar. Een windturbine levert deze energie tijdens de verwachte levensduur 40 tot 80 keer terug, een zonnepaneel maar 5 keer. Om voldoende elektriciteit te kunnen opwekken is er ook een grote oppervlakte zonnepanelen nodig. Een oppervlakte van 4 voetbalvelden en een piekvermogen van 2,3 MW levert elektriciteit voor 400 huishoudens. Een windturbine met een piekvermogen van 1,5 MW het dubbele. Zonnestroom is ook nog steeds zo’n 7 keer duurder dan stroom uit wind. De panelen worden wel steeds efficiënter. Het is dus vooral belangrijk in onderzoek hiernaar te investeren.
Waarom niet kiezen voor kleine turbines op gebouwen?
Dergelijke kleinschalige turbines kunnen een vermogen van ca. 2,5 kW generen bij een windkracht 6. Voor windkracht 7 en hoger is de turbine niet geschikt wegens een te lichte generator. Ze kosten zo’n 8000 euro. Je moet dan rekenen dat een huishouden pas na zo’n 13 jaar uit de kosten is (reparatiekosten niet meegerekend). Dergelijke windmolens zijn daarom misschien nog niet zo geschikt voor gezinnen, maar wel voor bedrijven. Particulieren geraken in Vlaanderen bovendien ook buitengewoon moeilijk aan de vereiste bouwvergunning. De oorzaak daarvan is dat er hierover in Vlaanderen nog geen duidelijke milieu- en stedenbouwkundige voorschriften zijn. Van zodra die er zijn, kunnen ook deze windmolens, naast de grotere windturbines, bijdragen aan het bereiken van een hoger percentage elektriciteit uit duurzame windenergie.
Kan ons energietransportnetwerk stroom uit windenergie aan?
Windenergie is ook een decentrale energiebron. Er bestaat dus de mogelijkheid dat de geproduceerde energie plaatselijk wordt aangewend. Dit zorgt er voor dat er minder infrastructuur voor transport nodig is, d.w.z. minder hoogspanningsleidingen. Er ontstaan ook minder transportverliezen. Duurzame decentrale energiebronnen zijn daarom uitstekend voor dun bevolkte gebieden. Toch is soms het totale opgewekte vermogen van een windturbine te hoog om direct te kunnen aansluiten op het dichtstbijzijnde elektriciteitsnet. Er moet dan een verbinding gelegd worden naar een zwaarder nettracé. Moderne windturbines worden ook uitgeschakeld wanneer de windsnelheden te hoog oplopen en het net overbelast dreigt te geraken. Met behulp van een sterk transportnetwerk is het in Europa zeker mogelijk grote hoeveelheden duurzame elektriciteit in te passen, zonder uitbreiding van het hoogspanningsnet. Pas wanneer het geproduceerde percentage wind boven de 20 % zal komen en zover zijn we nog lang niet, zal het energietransportnetwerk aangepast moeten worden.
Gaat het licht uit, als er geen wind is?
Het Europese elektriciteitsnet is opgedeeld in een aantal regelzones. De netbeheerder, Elia voor België-Luxemburg, waakt erover dat de ogenblikkelijke stroomproductie en – verbruik in haar zone steeds gelijk is. Wanneer dit niet het geval is wordt het elektriciteitsnet onstabiel, met ernstige verstoringen tot gevolg. Omdat men nooit exact weet wat het stroomverbruik op een bepaald moment zal zijn, heeft men een hoeveelheid elektriciteitscentrales nodig, die op korte termijn kunnen worden opgestart of in vermogen kunnen opgevoerd worden. Door meteorologische gegevens en de nieuwste software wordt de windenergie-productie steeds beter voorspeld. Toch zal het aansluiten van meer windturbines de hoeveelheid stroom die aan het net zal worden gegeven meer variabel maken. Er moet dus meer regelvermogen voor de hand zijn. De uitdaging is er voor te zorgen dat dit regelvermogen kan bereikt worden door zo weinig mogelijk inzet van fossiele brandstoffen. Kerncentrales kunnen hun vermogen slecht variëren. Zij moeten continu kunnen produceren. Dus zij zijn hier niet zo geschikt voor. Ook daarom is het belangrijk te investeren in een brede waaier van duurzame energiebronnen, die net als windturbines, decentraal inschakelbaar zijn.
Tasten windturbines het landschap aan?
Moderne windturbines zijn groot en bewegen. Windturbines hebben daarom een grote impact op het landschap en er moet dus voldoende aandacht gaan naar hun landschappelijke inpassing. Vanuit dit oogpunt gaat de voorkeur voor inplanting van windturbines uit naar locaties, waar er reeds een grote dynamiek aanwezig is, zoals industriegebieden, havens en andere grootschalige infrastructuren. Het is natuurlijk wel zo dat windmolens om optimaal te renderen in een open landschap moeten staan waar zo weinig mogelijk windremmers aanwezig zijn. Daardoor zijn ze natuurlijk ook zeer zichtbaar. Vaak worden ze zelfs op een hoogte aangebracht om nog meer wind te vangen. Vanuit het oogpunt van rendement is het afschermen van windmolens geen goed idee. De nieuwe generatie windmolens is daar overigens ook te groot voor. De discussie of windturbines mooi of lelijk zijn is subjectief. Toch doen windproducenten er alles aan om de visuele vervuiling te beperken en windmolens een ranke aanblik te geven door naar de meest esthetische verhouding tussen mast en wieken te zoeken. Windturbines kunnen ook landschapsvormend werken en bestaande lijnvormige elementen in het landschap nog verder markeren. Om de visuele impact van windmolens te beperken (en eventueel het rendement van een bijhorende aansluiting om het net te optimaliseren) wordt er bij voorkeur voor geopteerd windturbines te groeperen.