Hoe werkt het

Iedere pelletkachel heeft bovenin een voorraadkamer voor de pellets. Via de wormschroef die door een langzaam draaiende motor wordt aangedreven, vallen er zo nu en dan (afhankelijk van de gevraagde warmte) wat pellets in het brander bakje. Zodra men de kachel aanzet, zorgt het ontstekingspatroon ervoor dat de pellets gaan branden. Dit aansteken kost heel even zo'n 250 a 300 watt, daarna functioneert de kachel volledig op zo'n 60 watt. Schone lucht die vanuit de kamer, of beter, vanuit buitenshuis wordt aangevoerd gaat onderin het branderbakje en zorgt zo voor zuurstof voor de vlam. De verkregen warmte stijgt op en verwarmt het binnenwerk van de kachel. Met de (geluidsarme) ventilator wordt de schone lucht langs de verwarmde platen vanuit de frontgrille de kamer in geblazen. De uitlaatgassen worden naar beneden gezogen en onder druk via de rookgasventilator naar de luchtuitlaat en naar buiten getransporteerd. Hierin zit een rookgassensor die metingen verricht voor het moederbord. Via het display kan eenvoudig de gewenste warmte die de pelletkachel dient te geven geregeld worden. Achterop de kachel zit een warmtesensor die de kamertemperatuur registreert. Het computermoederbord regelt de gehele werking van de kachel, waarbij alles zo optimaal mogelijk geregeld is. Zo zijn er onder andere diverse veiligheidsmaatregelen en instellingen, zoals bijvoorbeeld een maximaal ingestelde temperatuursgrens in de kachel om oververhitting tegen te gaan, of bijvoorbeeld de kachel een aantal minuten laten doorfunctioneren als de stroom even wordt onderbroken. Zo zijn er nog een aantal handige snufjes die de pelletkachel comfortabel, schoon en bijzonder veilig maken.